Wat zijn stoofperen eigenlijk?
Stoofperen zijn een echt klassiek gerecht in Nederland. Vooral in de herfst en winter zie je ze vaak op tafel verschijnen. Maar wat zijn het nou precies? Stoofperen zijn een soort peren die je niet rauw eet. Ze zijn hard en zuur als je ze vers plukt. Daarom kook je ze lang, zodat ze zacht en zoet worden.
Je kunt ze serveren bij het avondeten, als bijgerecht, of gewoon als nagerecht. Sommige mensen eten ze zelfs op een boterham. De smaak is zacht en kruidig, en de geur vult je hele huis. In deze blogpost lees je stap voor stap hoe je zelf stoofperen maakt.
Welke peren gebruik je?
Niet elke peer is geschikt om te stoven. Je hebt speciale stoofperen nodig. De bekendste soort is de Gieser Wildeman. Deze peer blijft stevig tijdens het koken en krijgt die mooie dieprode kleur als je ze met rode wijn of bessensap kookt.
Andere soorten, zoals de Saint Remy of de Brederode, kun je ook gebruiken, maar Gieser Wildeman is veruit het populairst. Vraag ernaar bij je groenteboer of kijk goed op het etiket in de supermarkt. Let op: gewone handperen zijn niet geschikt. Die vallen uit elkaar als je ze kookt.
🛒 Wat heb je nodig? (Ingrediëntenlijst)
Voor een klassiek stoofperen recept heb je niet veel nodig. De meeste ingrediënten heb je misschien al in huis. Hieronder een lijst voor ongeveer 4 personen:
- 1 kilo stoofperen (bijvoorbeeld Gieser Wildeman)
- 500 ml rode wijn of bessensap (voor een alcoholvrije variant)
- 200 ml water
- 150 gram suiker
- 1 kaneelstokje
- 3 kruidnagels
- Optioneel: stukje citroenschil of een scheutje citroensap
Sommige mensen voegen ook een zakje vanillesuiker of een scheutje port toe voor extra smaak. Maar het hoeft niet. Houd je het liever simpel? Dan is de basis prima.

👩🍳 Hoe maak je stoofperen? (Stap voor stap)
Het maken van stoofperen kost tijd, maar moeilijk is het niet. Je hoeft geen keukenprins(es) te zijn. Volg gewoon deze stappen:
Stap 1: Schillen en snijden
Schil de peren met een schilmesje. Laat het steeltje eraan zitten als je ze heel wilt serveren. Snijd ze anders doormidden en verwijder het klokhuis. Je kunt ze ook in parten snijden. We gaan voor wat jouw voorkeur heeft!
Stap 2: Alles in de pan
Doe de peren in een grote pan. Giet de wijn of het sap erbij. Voeg daarna het water, de suiker, het kaneelstokje en de kruidnagels toe. Roer even zodat de suiker zich goed mengt.
Stap 3: Laten stoven
Breng het geheel aan de kook. Zet dan het vuur laag en leg een deksel op de pan. Laat de peren minstens 2 uur zachtjes stoven. Hoe langer, hoe beter de smaak en kleur.
Tussendoor kun je af en toe voorzichtig roeren. Kijk of er genoeg vocht in de pan zit. Voeg een beetje water toe als het te droog wordt.
Stap 4: Afkoelen en serveren
Als de peren zacht en mooi rood zijn, haal je de pan van het vuur. Laat ze afkoelen. Je kunt ze warm of koud eten. Serveer ze in hun kookvocht. Dat is vaak een heerlijk stroperig sausje geworden.
📝 Tips voor variatie
Je kunt eindeloos variëren met het basis stoofperen recept. Hier zijn wat ideeën:
- Met port of glühwijn: Geeft een rijkere smaak.
- Zonder suiker: Laat de suiker weg of vervang hem door honing.
- Met steranijs of vanille: Voor een extra kruidige twist.
- In de slowcooker: Ideaal als je de tijd hebt en niet wilt omkijken.
- Met appel of sinaasappel: Voeg een paar stukjes toe voor een fris accent.
Probeer vooral uit wat je lekker vindt. Stoofperen zijn erg vergevingsgezind.
Stoofperen bewaren
Stoofperen kun je goed bewaren. In de koelkast blijven ze zeker 3 tot 5 dagen goed. Bewaar ze in een afgesloten bakje, met het stoofvocht erbij. Je kunt ze ook invriezen. Laat ze dan eerst helemaal afkoelen. Doe ze daarna in een diepvriesdoos of zakje. In de vriezer blijven ze tot 3 maanden goed.
Je hoeft ze bij het opwarmen niet eens helemaal te ontdooien. Warm ze langzaam op in een pannetje of in de magnetron. Zo kun je altijd een portie stoofperen bij de hand hebben.
Wanneer eet je stoofperen?
Stoofperen zijn typisch voor de feestdagen. Je ziet ze vaak met Kerstmis of bij een winterdiner. Maar je kunt ze het hele najaar en winter eten. Ze passen goed bij wildgerechten, zoals hert of eend, maar ook bij stoofpotjes, aardappelpuree of zelfs een gehaktbal.
Als toetje zijn ze ook heerlijk. Serveer ze met vanille-ijs, slagroom of een bolletje yoghurt. Simpel, maar altijd goed.